Buschauffeur, organist 
en redder in nood

Rinus gaat dóór...

‘Ik zal het maar eerlijk zeggen: ik kan gewoon niet stilzitten,’ zegt Rinus Pannekoek (68) lachend. Op zijn zestigste ging hij met pensioen als gespecialiseerd verpleegkundige (ic en hartbewaking, psychiatrie, ambulancebroeder). Maar gestopt met werken is hij bepaald niet. ‘Ik rijd hier op Goeree-Overflakkee sinds 2018 met veel plezier op de bus voor TCR / BusiNext. Ik had mijn groot rijbewijs al en vond het een mooie uitdaging om op de bus te leren rijden. Prachtig werk is het.’


Maar het is niet het enige wat Rinus doet. Hij is ook organist in de kerk (‘We zitten hier wel in de Biblebelt,’ lacht hij) en heeft een kleine boekbinderij (‘Een uit de hand gelopen hobby’). En dan is er nog wat: Rinus repatrieert als oproepkracht mensen die in het buitenland ziek zijn geworden of gewond zijn geraakt. ‘Dat doen we per ambulance, maar vaak ook met het vliegtuig. Ik doe het al sinds 1989, dus je kunt je voorstellen dat ik er al heel wat reizen op heb zitten. Daar heb ik enorm veel bij meegemaakt. Ik heb talloze bijzondere mensen ontmoet en verzorgd, en ben op plekken geweest waar je anders niet komt.’

‘Het begon allemaal toen een oud-collega me vroeg of ik zin had met de ambulance een patiënt op te halen in het Oostenrijkse Kitzbühel. Zo reed ik voor het eerst in een ambulance. Dat zijn zware wagens, waarvoor je een groot rijbewijs nodig had. En dat had ik. Ik vond het heel bijzonder om op een gegeven moment het stuur van mijn collega over te nemen en zelf met best hoge snelheid over de Duitse Autobahn te rijden.’

'De kunst is de patiënt een zo rustig mogelijk gevoel te geven'

‘Daarna ben ik op veel plekken geweest, van New York tot Brazilië en van Buenos Aeros tot – nog niet zo lang geleden – Jerevan in Armenië. Op ambulanceritten in Europa ben ik als verpleegkundige verantwoordelijk voor de patiënt, maar ik vind het ook heerlijk om zelf te rijden. De kunst is de patiënt een zo rustig en veilig mogelijk gevoel te geven. Eigenlijk heb je dat met je passagiers in de bus ook. Ik probeer me altijd te verplaatsen in de mensen voor wie ik aan het werk ben: wat zou ik prettig vinden als ik daar zat of lag? Dat helpt erg om het voor die mensen goed te doen. Ik ben trouwens zelf ook een keer gerepatrieerd, toen ik een flinke wond aan mijn been had opgelopen op vakantie in Frankrijk. Die reis terug naar Nederland verliep eerlijk gezegd niet al te prettig – dus dat was voor mij een goed voorbeeld van hoe het niet moet. Daar heb ik veel van geleerd.’

‘Hoe lang ik nog doorga op de bus en de ambulance? Tot mijn zeventigste. Dan verloopt mijn code 95 en dat is een mooi moment om weer andere dingen te gaan doen. Want stilzitten, dat ga ik vast en zeker ook dan niet doen.’

Rinus Pannekoek heeft een boekje geschreven over zijn avonturen als repatrieerder. Ga daarvoor naar www.boekbinderij-boekanier.nl/bijzondere_uitgave.