Vrienden
voor het leven
Ze kennen elkaar van de bus. Frank Groothusen (l) uit Heijen rijdt nog steeds voor Breng. Harrie de Valk (r) uit Molenhoek is al met pensioen. En ze zijn vrienden voor het leven.
'Ik zorg ervoor dat we nét geen hekel aan elkaar krijgen'
Frank: ‘Ik ken Harrie sinds 1988. Toen begonnen we met een man of tien aan de opleiding. Het klikte vanaf de eerste minuut. En dat is nooit veranderd. We werkten bij hetzelfde bedrijf. Ik ging naar Nijmegen als standplaats, Frank is in Gennep gebleven. Maar we bleven elkaar tegenkomen op lijn 83, van Nijmegen naar Venlo. Dan deel je heel veel mooie verhalen.’
Harrie: ‘We zijn nu meer dan 33 jaar vrienden. Dus ja, we hebben een groot deel van elkaars leven meegemaakt. We spreken dezelfde taal, houden van dezelfde dingen, van wandelen, een biertje drinken op z’n tijd. Of soms iets meer dan één. En wat ook heel mooi is: onze vrouwen mogen elkaar ook. Dus ik fiets geregeld bij hem langs. Hoe vaak? Nou, ik zorg ervoor dat we net geen hekel aan elkaar krijgen.’
‘Toedeloe, ik blijf tot negen uur in bed’
Frank: ‘We zitten samen in bestuur van de personeelsvereniging. Harrie als voorzitter, ik als penningmeester. Dat doen we al 25 jaar. Omdat niemand anders het wil. Vroeger schreven we nog wel eens een verkiezing uit, maar daar zijn we maar mee gestopt. Gezellig is het wel. We komen een keer of vijf per jaar samen met een stuk of veertig collega’s en oud-collega’s. Soms ook met de partners erbij. Of het gesprek dan beschaafder is? Ha, net een beetje misschien. Toevallig deze zondag komen we weer bij elkaar in de kroeg achter het busstation. Dan hebben we wat we op z’n Limburgs een quatschmiddag noemen. Lekker ouwehoeren dus.’
Harrie: ‘Met pensioen zijn verveelt me geen moment. Ik kan het iedereen aanraden, ha! Het enige probleem is dat ik geen achttien meer ben. Ha. Maar verder doe ik mijn ding en ik ga niet zitten zeuren. De kinderen zijn al een tijd uitgevlogen en doen het goed. Mijn vrouw werkt nog drie dagen, dus we hebben samen een zee van tijd maar zitten elkaar niet op de lip. Ik hoef ook niet meer vroeg op he. Soms denk ik: toedeloe, ik blijf tot negen uur in bed. Het is top.’
‘Het werk wordt zwaarder als je ouder bent’
Frank: ‘Ik word in juni 62. Ik moet door tot ik 67 ben. Het is niet anders. Ik zit wel eens te kijken of ik iets minder zou kunnen gaan werken. Daar zijn wel regelingen voor, maar ik wil ook weer niet te veel inleveren. Het werk wordt wel wat zwaarder naarmate je ouder wordt. Dat is een combinatie van stress (dat is bij ons buschauffeurs: drukte op de weg) en onregelmatige werktijden. Daar kon ik vroeger beter tegen. Maar hé, ik heb er nog steeds plezier in hoor.’
Harry: ‘Ik heb de laatste tien jaar alleen maar late diensten gedaan. Dat was een gouden greep. Ik kon ook niet meer tegen al die onregelmatigheid. Vroeger vond ik een vroege dienst fijn – dan had je de hele middag vrij. Maar op een gegeven moment lag ik dan na mijn werk de hele middag te pitten.’
Harrie en Frank ontmoeten elkaar geregeld